Rangeerder

• Meldt problemen die zelf niet op te lossen zijn aan de verantwoordelijke
• Onderzoekt de gevolgen van een incident
• Informeert zich over de omstandigheden van het incident
• Bepaalt te nemen maatregelen en stelt prioriteiten
• Volgt het incident administratief op

• Incidentenanalyse

• Volgt de signalen van controlemeters en –lampjes op
• Voert werkingsproeven uit in de stuurposten (waakinrichting, systeem voor radioverkeer, veiligheidssystemen, signalisatie, …)
• Controleert of het tractievoertuig over de benodigde trekkracht beschikt
• Controleert of de remkracht van het toestel overeenstemt met het voor het baanvak voorgeschreven remvermogen

Er is momenteel geen extra informatie beschikbaar voor deze competentie.

• Draagt persoonlijke beschermingsmiddelen
• Loopt van en naar spoorvoertuigen over de voorgeschreven verkeerspistes
• Verplaatst spoorvoertuigen op het emplacement

• Veiligheidsregels

• Controleert of het defect hersteld is
• Meldt problemen die niet zelf op te lossen zijn aan de verantwoordelijke
• Verleent hulp en advies aan onderhoudstechnici bij problemen
• Regelt machineonderdelen of parameters bij (manueel, computergestuurd)
• Schakelt indien mogelijk stroom en spanning uit

• Veiligheidsregels
• Elektriciteit
• Mechanica
• Hydraulica
• Meet- en regeltechniek
• Elektronica

• Gebruikt arm- en handseinen, seinlampen en radiocommunicatie
• Communiceert met de collega’s op de trein en de operator van het bedieningspunt over de handelingen, bewegingen en vertrekgereedheid van de trein
• Assisteert bestuurders bij manoeuvres op een werf

• Regelgeving voor het spoorwegverkeer

• Volgt de signalen van controlemeters en –lampjes op
• Controleert het voertuig op zichtbare beschadiging
• Rapporteert defecten en slijtage aan de verantwoordelijke
• Legt een controleronde af rond het voertuig
• Gaat het peil van brandstof, olie en koelvloeistof na en vult bij indien nodig

• Veiligheidsregels voor goederen en personen
• Reglementering voor goederentransport

• Volgt de richtlijnen uit het noodplan
• Gaat de oorzaak van een afwijkende, onbekende of onveilige situatie na
• Communiceert met de treinbegeleider of –bestuurder en de operator aan het bedieningspaneel
• Brengt in een noodsituatie signalisatie aan op het treinstel (seinlampen, vlaggenlijn, …)
• Houdt gegevens bij over de aard van storingen of problemen, het tijdstip en de oplossing
• Verwittigt de openbare hulpdiensten (politie, brandweer, ziekenwagen, ...)

• Veiligheidsregels
• Instrumenten voor radioverkeer
• Bediening van het controlepaneel (wissels, bewegingen van de treinen, ...)
• Onderhoudsprocedures voor spoorweginfrastructuur
• Noodprocedures