Medewerker loonwerk

Alternatieve namen

Tractorbestuurder · Bestuurder van afvoermachines · Bestuurder van een sproeimachine · Bestuurder van een tractor-grijper · Bestuurder van een zaaimachine ·

Gelijkaardige beroepen

Bestuurder van bosexploitatiemachines

Aanverwante sectoren

Landbouw

In het kort

Je bestuurt tractoren en andere landbouwmachines. Je bereidt de grond voor, plant, zaait, verzorgt en oogst. Je werkt veilig en volgens de milieunormen. Je houdt je aan de opdracht van de klant.

Competenties

Essentiële competenties

De machines koppelen

Gedragsindicatoren

Stemt de tractor af op de aan te hangen land- of bosbouwmachine
Controleert de aanhechting en beveiliging van de machines

Kennis

Veiligheidsregels
Bosexploitatiemachines
Landbouwmachines

Landbouwvoertuigen besturen

Gedragsindicatoren

Stippelt een route uit naargelang het voertuig, de lading en de planning
Schat de afstanden en leveringstijden in

Kennis

Reglementering voor wegtransport

Kwaliteitsvol, veilig, gezond en milieubewust werken

Gedragsindicatoren

Past milieuvoorschriften toe
Werkt volgens veiligheids- en gezondheidsregels
Volgt de kwaliteitsprocedures op
Past ergonomische principes toe

Kennis

Milieunormen
Veiligheids- en gezondheidsplan
Kwaliteitsnormen

De aanwezigheid en geldigheid van boord- en transportdocumenten nakijken

Gedragsindicatoren

Controleert de documenten die bij de goederen horen
Controleert de aanwezigheid en de geldigheid van de boorddocumenten
Meldt problemen met de boord- en vervoersdocumenten aan de verantwoordelijke
Controleert persoonlijke documenten (identiteitskaart, rijbewijs, ...)

Kennis

Reglementering voor goederentransport

Machines bevoorraden

Gedragsindicatoren

Draagt persoonlijke beschermingsmiddelen volgens de richtlijnen
Houdt gegevens bij over het verbruik van grondstoffen
Verwittigt de verantwoordelijke bij afwijkingen of tekorten van materiaal of producten
Stelt machineonderdelen manueel of computergestuurd in
Vult de machines of werktuigen met fytosanitaire producten, mest(stoffen), plantgoed en of zaden
Identificeert en registreert soorten granen en zaden, plantgoed, mest(stoffen), gewasbeschermingsmiddelen, … voor de opdracht

Kennis

Ergonomische hef- en tiltechnieken
Veiligheidsregels
Berekening van hoeveelheden
Persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM's en CBM's)

De aard van de werkzaamheden bepalen

Gedragsindicatoren

Volgt (wettelijke) normen en voorschriften
Situeert een perceel in een gebied
Voorziet grondstoffen en materieel voor de uitvoering van de opdracht
Volgt de weersomstandigheden op
Controleert de planning
Leest kaarten
Schat in of de activiteiten (grondbewerking, bemesting, zaaien en planten, gewasverzorging en oogsten) uitvoerbaar en/of wenselijk zijn op het geplande moment op basis van de weers-, klimaats- en bodemomstandigheden
Meldt problemen met het uitvoeren van de activiteiten aan de leidinggevende

Kennis

Milieunormen
Kaartlezen
Meteorologie

De werking van het voertuig controleren

Gedragsindicatoren

Volgt de signalen van controlemeters en –lampjes op
Controleert het voertuig op zichtbare beschadiging
Rapporteert defecten en slijtage aan de verantwoordelijke
Legt een controleronde af rond het voertuig
Gaat het peil van brandstof, olie en koelvloeistof na en vult bij indien nodig
Controleert de beveiliging van de machines
Controleert de machine voor ingebruikname

Kennis

Landbouwmachines
Taakrisicoanalyse (TRA)

Basisonderhoud aan het voertuig uitvoeren

Gedragsindicatoren

Houdt zich aan het onderhoudsplan en –richtlijnen
Sorteert afval volgens de richtlijnen
Voert kleine onderhoudswerkzaamheden uit (smeren, vloeistofniveaus bijvullen, reinigen, ontvetten, beschermingsmiddelen aanbrengen, …)
Controleert banden op spanning en slijtage en brengt ze indien nodig op de voorgeschreven spanning
Merkt afwijkingen en storingen op door visuele controles en foutmeldingen op het instrumentenbord
Vervangt kleine onderdelen (lampen, zekeringen, …)
Meldt de nood aan onderhoud of vervanging van materiaal
Stelt de machine veilig voor het volgend gebruik
Reinigt de laadruimte volgens de procedures

Kennis

Lastechnieken
Veiligheidsregels
Mechanica
Pneumatica
Hydraulica
Onderhoudsprocedures voor landbouwmachines
Handgereedschap
Eerstelijnsonderhoud

Gronden en beplantingen voorbereiden

Gedragsindicatoren

Volgt de conditie van de bodem op (visueel, staalname, …)
Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (nivelleren, ploegen, bemesten, grond losmaken, …)
Houdt zich aan de voorschriften voor het planten en zaaien van de gewassen (positie, diepte, tijdstip, …)
Neemt contact op met de opdrachtgever bij twijfel over mogelijkheid om de opdracht kwalitatief uit te voeren
Transporteert zaden en planten naar het perceel

Kennis

Teelttechnieken
Communicatietechnieken
Eigenschappen van bodem- en grondsoorten
Landbouwmachines

Rijpe gewassen oogsten

Gedragsindicatoren

Stemt de oogstmethode en het materieel af op het gewas
Brengt zo weinig mogelijk schade toe aan de oogst zelf
Evalueert de oogstopbrengst (kwantiteit, kwaliteit)
Neemt contact op met de opdrachtgever bij twijfel over mogelijkheid om de opdracht kwalitatief uit te voeren
Bestuurt een landbouwmachine in teamverband tijdens de oogstwerkzaamheden (afstemmen snelheid, richting, ...)
Herkent oogstbare gewassen
Slaat de oogst op in de eerste losplaats volgens richtlijnen

Kennis

Eigenschappen van ecosystemen
Opslagvoorwaarden
Communicatietechnieken
Landbouwmachines
Perstechnieken
Oogsttechnieken
Maaitechnieken

Specifieke competenties

Activiteitsgegevens registreren

Gedragsindicatoren

Houdt gegevens bij over het gebruik van materiaal
Levert de gegevens aan de verantwoordelijke aan
Houdt gegevens bij over het verloop van de activiteiten

Kennis

Communicatietechnieken
Registratietechnieken

Goederen opslaan

Gedragsindicatoren

Controleert de omgevingsfactoren in de opslagplaats
Registreert afwijkingen
Past hef- en tiltechnieken toe
Labelt de producten
Houdt zich aan de opslagvoorschriften

Kennis

Ergonomische hef- en tiltechnieken
Opslagvoorwaarden
Stapelhulpmiddelen
Labels voor goederenbehandeling

Perceelgrenzen of oversteekplaatsen aangeven

Gedragsindicatoren

Leest kaarten
Plaatst bakens in de grond en verankert ze

Kennis

Een computersysteem (ingebouwd of vast)
Handgereedschap

Een drone besturen

Gedragsindicatoren

Controleert informatie voor de vlucht (meteorologische voorspellingen, NOTAMs, elektromagnetische storingen, ...)
Controleert de vliegzone
Bakent indien nodig de opstijg- en landingszone af
Controleert de drone en uitrustingen aan de hand van checklists (frame, motor, propellers, Electronic Speed Controller, kabels, connectoren, batterijen, ...)
Schat de autonomie van de drone in
Bestuurt een drone (opstijgen, landen, horizontale vlucht, ter plaatse vliegen, 360°, verschillende snelheden, ...)
Houdt voldoende afstand van obstakels en verleent voorrang aan bemande vliegtuigen
Past noodprocedures toe tijdens de vlucht (navigatiefout, motorstoring, verlies van radiocontact, ...)
Observeert weersveranderingen en andere wijzigingen in de vliegzone
Maakt beeldopnames tijdens de vlucht
Houdt vluchtgegevens bij in een logboek
Verplaatst goederen met een drone

Kennis

Beeldopnametechnieken
Eigenschappen van opnamemateriaal
Luchtvaartreglementering
Luchtvaarttechnologie
Navigatietechnieken
Afstandsbediende camera-apparatuur
Meteorologie
Software 3D-modellering
Noodprocedures
Drones

Urgentiemaatregelen opstarten bij een incident

Gedragsindicatoren

Schat de aard en de omvang van de panne, het ongeval of andere noodsituatie in
Verzekert de signalisatie
Past technieken voor eerste hulp toe (EHBO)
Gebruikt blusmiddelen (schuim, CO2, poeder, …) en andere producten
Verwittigt de openbare hulpdiensten (politie, brandweer, ziekenwagen, ...)
Vult de aard en de omvang van het ongeval in op een Europees aanrijdingsformulier of andere documenten (verzekering,…)

Kennis