Informatie en audiovisuele productie
Vooruitzichten naar werk
De tewerkstellingsvooruitzichten in de sector zijn over het algemeen goed. Hoewel de sector relatief weinig werkgelegenheid schept, liggen er heel wat jobopportuniteiten. De sector zal grote veranderingen doormaken, onder meer onder impuls van de digitale transitie, met gevolgen voor een hele reeks beroepen. In dit deel komen de grote tendenzen aan bod die we verwachten in de toekomst.
Socio-economische context
Hoewel een aanzienlijk deel van de werkgelegenheid in de sector zich in het Brussels Gewest situeert, gaat het om een relatief bescheiden aantal banen. In Brussel zijn die banen vooral te vinden in de programmering en uitzending van radio- en televisieprogramma's (VRT of RTBF bijvoorbeeld) en in de productie van films en muziekopnamen (opnamestudio's). Hoewel het aantal jobs de laatste jaren licht gedaald is, zou de toekomst toch mogelijkheden moeten bieden, omdat redelijk wat oudere werknemers op min of meer korte termijn met pensioen zullen gaan.
Milieutransitie
De dematerialisering van papieren naar digitale uitgaven heeft als ecologisch voordeel dat er minder papier wordt verbruikt en minder afval is. Daartegenover staat dat het massaal gebruik van servers, voor de opslag en verspreiding van gegevens, vervuilend is en de koolstofvoetafdruk van datacentra vergroot. Ondanks de voordelen baart de dematerialisering dus ook zorgen om het milieu en moeten oplossingen worden gezocht voor een duurzaam beheer van digitale data.
Digitale transitie
De culturele dematerialisatie heeft de relatie van de consument met boeken en muziek getransformeerd. Digitale platformen zoals Spotify en Netflix zijn daar duidelijke voorbeelden van. Die evolutie zorgt voor hevige concurrentie tussen traditionele en digitale spelers, waarbij die eersten genoodzaakt zijn hun diensten te diversifiëren om concurrentieel te blijven. Onlinebedrijven gebruiken big data om hun marketingstrategieën te verfijnen en gegevens spelen een steeds grotere rol in de beslissingname. Deze veranderingen leiden tot een co-existentie van traditionele en digitale modellen in de culturele industrie, waarbij alle partijen zich trachten aan te passen aan de veranderende behoeften van de consument, om van tel te blijven op de mondiale markt.
Daarnaast doet artificiële intelligentie vragen rijzen over de manier waarop we in de toekomst films, series of muziek zullen maken. AI kan helpen bij de preproductie, bij ondertiteling en dubbing, bij het verouderen of verjongen van gezichten, voor het genereren van menigten figuranten enz., maar werpt ook vragen op rond ethische normen en auteursrechten, die vroeg of laat zullen moeten worden gekaderd.
Deze opkomst van digitale toepassingen vereist een permanente verwerving van nieuwe competenties, wat voor Brussel een uitdaging kan zijn omdat de werkzoekenden er vaak laaggeschoold zijn. Anderzijds opent dit ook nieuwe werkperspectieven, door het ontstaan van nieuwe beroepen en hybride beroepen die veelzijdige competenties vragen. Deze evolutie onderstreept het belang van de permanente vorming van reeds aanwezige werknemers. Op die manier evolueert de arbeidsmarkt naar meer diversiteit en flexibiliteit, met nieuwe mogelijkheden in een constant veranderend professioneel landschap.