Bosbouwer

Alternatieve namen

Bosuitbater · Bosbeheerder · Houtontginner · Bosontginner · Medewerker bosbeheer ·

Gelijkaardige beroepen

Boomverzorger

Aanverwante sectoren

In het kort

Je onderhoudt bossen en bospaden. Je plant bomen, verzorgt ze en dunt ze uit. Soms bereid je ook de grond voor nieuwe aanplantingen voor. Je houdt je aan milieunormen en werkt veilig.

Competenties

Essentiële competenties

Materieel, grondstoffen en gereedschap klaarmaken

Gedragsindicatoren

Voorziet grondstoffen en materieel voor de uitvoering van de opdracht
Controleert en past het materieel aan voor het gebruik
Controleert de planning
Leest de werkopdracht

Kennis

Eigenschappen van grondstoffen

Gereedschap of materieel onderhouden

Gedragsindicatoren

Houdt zich aan het onderhoudsplan en –richtlijnen
Merkt afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud op
Voert kleine onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit (reinigen, smeren, onderdelen vervangen, vloeistoffen aanvullen, …)
Meldt problemen die zelf niet op te lossen zijn aan de verantwoordelijke
Reinigt het materieel vooraleer het op te bergen
Voert tussentijdse metingen en controles uit

Kennis

Veiligheidsregels
Lezen van plannen en schema's
Onderhoudsprocedures
Handgereedschap

De aard van de werkzaamheden bepalen

Gedragsindicatoren

Voorziet grondstoffen en materieel voor de uitvoering van de opdracht
Leest de werkopdracht
Bepaalt de werkwijze en planning van de eigen opdracht

Kennis

Milieunormen
Plantenbiologie
Teelttechnieken
Technieken voor het behoud van biodiversiteit
Landbouwwetenschappen

Bomen aanplanten

Gedragsindicatoren

Controleert de kwaliteit van de aan te planten bomen
Graaft een plantput volgens het beplantingsplan
Verwijdert de boomcontainer of de trekdraad van de draadkorf en het niet verteerbare materiaal
Maakt de kluit los en knipt het wortelgestel bij indien nodig
Dompelt het wortelgestel onder in water
Plaatst de boom in de plantput
Plaatst een verluchtingskoker
Brengt bodemverbeteraar aan in de plantput
Brengt de nodige verankering aan
Beoordeelt de toekomstige groeiplaats in relatie tot de boomsoort

Kennis

Plantkunde

Beschermingen plaatsen op een aanplanting

Gedragsindicatoren

Plaatst geprefabriceerde elementen en verankert ze in de grond

De staat van een aanplanting controleren

Kennis

Eigenschappen van ecosystemen

Snoeien volgens gewenste groei of vorm

Gedragsindicatoren

Plaatst steunpilaren en verwijdert ze tijdig
Bindt nieuwe vertakkingen van klimplanten vast aan leidraden
Voert onderhoudssnoei uit
Snoeit klimplanten en/of leibomen zodat de plant kan verder groeien volgens de gewenste vorm
Ruimt het snoeisel op

Kennis

Veiligheidsregels
Snoeitechnieken
Snoeigereedschap
Snoeitechnieken voor vruchtvorming

Een visuele boomcontrole uitvoeren

Gedragsindicatoren

Spoort uitwendige signalen op die wijzen op conditievermindering
Stel de conditie vast
Stelt ziektes, plagen en aantastingen vast
Spoort uitwendige signalen (zwammen, houtrot,…) op die wijzen op breukgevoeligheid of onstabiliteit (van delen) van de boom
Stelt de mechanische gebreken vast (scheuren, holtes,…)
Schat de omgeving of de gevaarzetting in
Beoordeelt de stabiliteit en breukgevoeligheid van bomen en deelt de boom in een risicoklasse in
Vult de (digitale) VTA-formulieren in en bezorgt ze aan de belanghebbende
Analyseert de gegevens van de inventarisatie en nadere onderzoeken en rapporteert aan de belanghebbenden

Kennis

Eigenschappen van ecosystemen
Eigenschappen van dierlijke en plantaardige parasieten

Bomen klasseren in een bos

Gedragsindicatoren

Brengt markeringen aan
Identificeert bomen en planten
Bepaalt het volume
Herkent fouten en verwering
Herkent verschillende soorten kwaliteiten

Kennis

Milieunormen
Markeringstechnieken
Volumebepalingstechnieken
Boswetgeving

Veilig werken

Gedragsindicatoren

Meldt problemen aan de verantwoordelijke
Draagt persoonlijke beschermingsmiddelen volgens de richtlijnen
Gebruikt collectieve beschermingsmiddelen en veiligheidsuitrusting volgens de richtlijnen
Neemt een ergonomische werkhouding aan
Herkent mogelijke gevaarlijke situaties
Houdt zich aan de veiligheidsvoorschriften
Richt de eigen werkplek veilig en ordelijk in
Gaat veilig om met gereedschap en materieel
Gaat veilig om met materialen en producten

Kennis

Veiligheidsregels
Ergonomie
Veiligheidsregels voor het werken met schadelijke producten
Persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM's en CBM's)
Beschermings- en veiligheidsuitrustingen
Codex over het welzijn op het werk
Veiligheidspictogrammen

Bomen verzorgen

Gedragsindicatoren

Bindt takken af zodat de boom een optimale vorm krijgt (groei, marktvereisten, …)
Bindt takken af om afscheuren tegen te gaan
Pluist of scheurt de concurrerende koppen weg

Kennis

Technieken voor boomverzorging
Technieken voor het verwijderen van overtollige knoppen
Technieken om bladeren te verwijderen

Specifieke competenties

Administratief beheer uitvoeren

Gedragsindicatoren

Komt wettelijke en fiscale verplichtingen na
Volgt de verzekeringen op
Houdt personeelsdossiers actueel
Verzamelt en verwerkt informatie en documenten volgens richtlijnen (identificeren, coderen, registreren, ...)

Kennis

Kantoorsoftware
Opvolging van informatiebronnen
Administratief beheer

De activiteiten van een team coördineren

Gedragsindicatoren

Organiseert en leidt teamvergaderingen
Volgt competenties van medewerkers op en bespreekt opleidingsmogelijkheden met de betrokkenen
Voert plannings-, functionerings- en evaluatiegesprekken
Stelt een planning op en past ze aan wijzigende omstandigheden aan
Verdeelt taken en verantwoordelijkheden
Informeert, begeleidt, stuurt en motiveert (nieuwe) medewerkers
Controleert de uitvoering van de opdrachten en het naleven van procedures

Kennis

Leiderschap
Management
Organisatie en planning van activiteiten

De voorraad opvolgen

Gedragsindicatoren

Houdt gegevens bij over het verbruik van producten
Controleert de staat en de omvang van de voorraad
Houdt gegevens bij over leveringen van producten

Kennis

Inventaristechnieken
Stock- en bevoorradingsbeheer
Software voor voorraadbeheer
FIFO-principe (First In - First Out)

Gronden en beplantingen voorbereiden

Gedragsindicatoren

Volgt de conditie van de bodem op (visueel, staalname, …)
Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (nivelleren, ploegen, bemesten, grond losmaken, …)
Volgt de weersomstandigheden op
Leest het matenplan en meet het uit op het terrein (afstanden, vormen, hoeken, bogen, dieptes, hoogtes)
Leest en interpreteert het drainageplan
Leest de werkopdracht

Kennis

Plantkunde
Plantenbiologie
Teelttechnieken
Fytosanitaire reglementering
Eigenschappen van bodem- en grondsoorten
Fytosanitaire producten
Landbouwmachines
Technieken voor grondwerken
Drainagetechnieken

Ziektes, plagen en aantastingen bij bomen vaststellen

Gedragsindicatoren

Bepaalt de invloed van ziektes of plagen op de boom en het ecosysteem van de boom
Stelt de aanwezigheid van houtrot en parasitaire houtrotschimmels vast, identificeert ze en legt er een mogelijk verband tussen
Stelt de symptomen vast en determineert de organismen betrokken bij de aantasting van structuur of conditie van bomen
Identificeert de omgevingsfactoren die ziektes, plagen en aantastingen beïnvloeden
Analyseert de onderzoeksresultaten in functie van het te formuleren advies
Neemt maatregelen om de verdedigingsmechanismen van de boom te ondersteunen
Stelt geschikte preventie- en beheermaatregelen voor in overeenstemming met Europese, nationale en regionale regelgeving en wetgeving over milieu- en natuurbescherming

Kennis