Overslaan naar hoofdinhoud

Energie : elektriciteit en gas

Vooruitzichten naar werk

Bijgewerkt op 12-04-2024

Hoewel de energiesector in het Brussels Gewest weinig banen telt, biedt het toch tewerkstellingsvooruitzichten. De aanpassing van de sector om tegemoet te komen aan de bezorgdheid over het milieu en de technologische evoluties zou een impact moeten hebben op een hele reeks beroepen. In dit deel komen de grote tendenzen aan bod die we verwachten in de toekomst.  

Socio-economische context

De laatste jaren is de tewerkstelling in de energiesector relatief stabiel gebleven en dit zou ook zo in de toekomst moeten blijven. Deze sector creëert daarentegen weinig werkgelegenheid in het Brussels Gewest en stelt voornamelijk midden- en hooggeschoolden tewerk. 

In het Brussels Gewest concentreert de sector zich voornamelijk rond een distributienetbeheerder voor elektriciteit en gas (Sibelga) en enkele grote ondernemingen die vooral actief zijn in de segmenten van energieverkoop, onderhoud (met name verwarmingsketels op gas of warmtepompen) of  de installatie van laadpalen voor elektrische voertuigen.

De tewerkstellingsvooruitzichten zouden er evenwel gunstig blijven aangezien de sector relatief aan het vergrijzen is en een aantal oudere werknemers telt die in de min of meer nabije toekomst met pensioen zullen gaan. Daarnaast vinden Brusselse werkgevers moeilijk kandidaten, onder meer voor jobs in verband met de plaatsing of het onderhoud van elektrische installaties of, meer globaal, voor het beroep van onderhoudstechnicus. 

Milieutransitie

Voor een groot deel van de bevolking winnen de ecologische uitdagingen aan belang. Om in te spelen op deze bezorgdheden en de doelstellingen te behalen van verschillende plannen om de CO2-uitstoot te verminderen, moet de energiesector zich steeds meer richten tot hernieuwbare energie.  Het verbruik zou nameljik geleidelijk aan moeten verschuiven naar fluctuerende energiebronnen (zon, wind, water enz.) of meer “stabiele” bronnen zoals geothermie of biomassa die moeilijker in een stedelijke omgeving kunnen worden aangewend.

Hoewel deze overgang noodzakelijk is, blijft het een ingewikkeld proces om twee redenen. In de eerste plaats omdat het grote investeringen vereist die deels doorgerekend zouden worden aan de consumenten waardoor de energieprijs zou stijgen, ook al zijn de prijzen de laatste jaren onafgebroken gestegen. Bovendien zou een aanzienlijke toename aan hernieuwbare energie het momenteel nog niet toelaten om fossiele brandstoffen of nucleaire energie helemaal achterwege te laten. 

De bouw van nieuwe zonne-energieparken en, op kleinere schaal, het gebruik van deze technologie op particulier niveau zouden op langere termijn moeten helpen bij deze groene omschakeling waardoor meer en meer woningen hun eigen energie zouden kunnen opwekken. Ze worden op deze manier “mini-energiecentrales”, waarbij de overschot van de energieproductie kan worden opgeslagen in thuisbatterijen of in elektrische voertuigen. 

Deze ecologische overgang zou leiden tot een kentering in de competenties van de sectorwerknemers, gaande van de netwerkbeheerders tot de energieleveranciers, om deze “groene” systemen te kunnen beheren. Het zou ook de vraag naar het beroep van technicus in hernieuwbare energie sterk doen stijgen.

Technologische innovaties

De groei aan “slimme” woningen die hun eigen energie kunnen produceren, zou bij de energieleveranciers de vraag naar verschillende beroepen doen stijgen. Onder deze beroepen zouden sales managers sterk gegeerd zijn om dit redelijk dure systeem te promoten. Er zou ook een sterke vraag zijn naar “deskundigen in het beheer van hernieuwbare energie” die oplossingen bieden om de productie, de opslag en het lokaal gebruik van de geproduceerde energie te optimaliseren opdat er zo min mogelijk energie terug in het netwerk wordt geïnjecteerd.

Bij de netwerkbeheerders zou deze toename op korte en middellange termijn moeten zorgen voor een stijgende vraag naar de installatie van slimme energiemeters, wat dan weer het beroep van elektrotechnicus sterk gegeerd zal maken. De netbeheerder zal eveneens voor een uitdaging worden gesteld: hij zal zijn energienetwerk moeten aanpassen en/of versterken om deze “slim” te maken (smart grid) door onder meer digitale spitstechnologie te gebruiken om het netbeheer te optimaliseren. Deze evolutie zou eveneens zorgen voor een grotere vraag naar beroepen voor het beheer van dit type netwerk.